De zuidelijke partners | Factsheets over de Europese Unie | Europees parlement (2023)

Het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) heeft betrekking op de volgende landen: Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, Palestina, Syrië en Tunesië. Het bestaat uit een reeks bilateraal beleid tussen de Europese Unie en elk van de tien partnerlanden, evenals uit een regionaal samenwerkingskader, de Unie voor het Middellandse Zeegebied. Als reactie op de opstanden in het Zuidelijk Nabuurschap heeft de EU in 2011 haar steun voor democratische transformatie binnen het ENB versterkt, inclusief een beleidsherziening in 2015.

Legale basis

  • Artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie;
  • Titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie: het externe optreden van de EU;
  • artikelen 206 en 207 (handelsbeleid) en 216-219 (internationale overeenkomsten) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Instrumenten

Het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) wordt uitgevoerd via samenwerkingsprogramma's die bilateraal (op maat van elk land), regionaal, lokaal en grensoverschrijdend (tussen EU-landen en buurlanden die een land- of zeegrens delen) van aard zijn. De associatieovereenkomsten vormen de rechtsgrondslag van de bilaterale betrekkingen van de Europese Unie met Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, de Palestijnse Autoriteit en Tunesië. De associatieovereenkomst die met Syrië werd ondertekend vóór het gewelddadige optreden van de Syrische regering tegen stadsprotesten in 2011, werd nooit ondertekend. De onderhandelingen over een kaderovereenkomst tussen de EU en Libië werden in februari 2011 opgeschort en zijn nog niet hervat.

In het kader van het ENB hebben de Europese Unie en haar zuidelijke partners (met uitzondering van Libië en Syrië) bilaterale actieplannen, partnerschapsprioriteiten en associatieagenda's aangenomen. Deze laatste stelden agenda's vast voor politieke en economische hervormingen, met prioriteiten voor de korte en middellange termijn variërend van drie tot vijf jaar. De ENB-actieplannen weerspiegelen de behoeften, belangen en capaciteiten van de Europese Unie en van elke partner en zijn in het bijzonder gericht op de ontwikkeling van democratische, sociaal rechtvaardige en inclusieve samenlevingen, de bevordering van economische integratie en van onderwijs, de ontwikkeling van kleine en middelgrote kleine ondernemingen en de landbouw en het vergemakkelijken van het grensoverschrijdende verkeer van mensen.

Het Europees Nabuurschapsinstrument (ENS) was het belangrijkste financieringsinstrument van de EU voor bilaterale samenwerking met zuidelijke partners voor de periode 2014-2020. Het nieuwe instrument voor nabuurschap, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) – Mondiaal Europa zal het kader bieden voor EU-samenwerking met deze landen voor de periode 2021-2027. Met dit instrument zal een grotere nadruk op het combineren van EU-subsidies en leningen van Europese en internationale financiële instellingen de partnerlanden in staat stellen substantiële niveaus van laagrentende financiering voor investeringen vrij te maken. De nieuwe garantieregeling waarin NDICI-Global Europe voorziet, zal toegang geven tot aanvullende fondsen dankzij de bijdrage van zowel publieke als private investeringen.

Op 9 februari 2021 hebben de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een gezamenlijke mededeling aangenomen waarin een voorstel voor eennieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebieden innovatieve aanpak om het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en haar zuidelijke buurlanden nieuw leven in te blazen en te versterken. De nieuwe agenda richt zich op vijf strategische gebieden: a) menselijke ontwikkeling, goed bestuur en de rechtsstaat, b) veerkracht, welvaart en de digitale transitie, c) vrede en veiligheid, d) migratie en mobiliteit, e) groene transitie: veerkracht klimaatverandering, energie en het milieu. Tegelijkertijd is er een specifiek economisch investeringsplan gepland voor de zuidelijke buurlanden, dat tot doel heeft het economisch herstel te ondersteunen en de levenskwaliteit van de mensen in de regio te verbeteren, ook na de COVID-19-pandemie.

De EU probeert ook de markttoegang en de samenwerking met haar zuidelijke partners op het gebied van migratie en mobiliteit te bevorderen. Er zijn diepgaande en alomvattende onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) aan de gang met Marokko en Tunesië. Er zijn mobiliteitspartnerschappen gesloten met Marokko, Tunesië en Jordanië en er zijn onderhandelingen gaande met Libanon. Binnen deze raamwerken worden verschillende projecten uitgevoerd, met name onder deInstrument voor mobiliteitspartnerschapgelanceerd in 2016. Daarnaast wordt in Algerije, Egypte, Libië, Marokko en Tunesië een aantal regionale en bilaterale initiatieven op het gebied van migratie en mobiliteit gefinancierd in het kader van deEU-noodtrustfonds voor Afrika, sectie Noord-Afrika. DeRegionaal trustfonds van de EU als reactie op de Syrische crisisverleende het 'Madad Fund' steun aan Syrische vluchtelingen, binnenlandse ontheemden en lokale gemeenschappen in Libanon, Jordanië en Egypte. Het Madad Fonds liep officieel af in december 2021, al lopen de projecten die het financiert tot juni 2025.

De Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), gelanceerd in 2008 om het Euro-mediterrane partnerschap nieuw leven in te blazen, biedt een regionaal raamwerk voor samenwerking tussen de EU-lidstaten en vijftien mediterrane landen, waaronder de tien zuidelijke partners.

Huidige situatie

A.Algerije

Als belangrijke regionale speler en grote energieproducent is Algerije een belangrijke partner voor de Europese Unie in de zuidelijke buurlanden. In 2005 is een associatieovereenkomst in werking getreden. De EU en Algerije hebben de overeenkomst nog niet aangenomenpartnerschapsprioriteitenvoor de periode 2021-2027, waarbij wordt verder gewerkt op basis van de prioriteiten die de Associatieraad in maart 2017 heeft aangenomen. De prioriteiten van het partnerschap scheppen een vernieuwd kader voor politiek engagement en nauwere samenwerking, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan: (i) bestuur en fundamentele rechten, (ii) sociaal-economische ontwikkeling en handel, (iii) energie, milieu en klimaatverandering, (iv) strategische en veiligheidsdialoog, menselijke dimensie, migratie en mobiliteit.

B.Egypte

De betrekkingen tussen de Europese Unie en Egypte worden geregeld door een Associatieovereenkomst, die sinds 2004 van kracht is. In juni 2022 bevestigde de 9e Associatieraad EU-Egypte het effectieve en veelzijdige partnerschap van beide partijen, waarbij nieuwepartnerschapsprioriteitende betrekkingen tot 2027 te begeleiden. Deze zijn in lijn met de nieuwe agenda van de EU voor het Middellandse Zeegebied, haar economisch en investeringsplan en de strategie voor duurzame ontwikkeling van Egypte – Visie 2030. De EU en Egypte kwamen overeen de dialoog en samenwerking rond drie belangrijke prioriteiten: i) duurzame moderne economie en sociale ontwikkeling; (ii) partnerschap in het buitenlands beleid; (iii) versterking van de stabiliteit.

C.Israël

De betrekkingen tussen de EU en Israël zijn veelomvattend en gebaseerd op sterke economische en handelsbetrekkingen en technische samenwerking. Op basis van de Associatieovereenkomst uit 2000 hebben de betrekkingen zich de daaropvolgende jaren dynamisch ontwikkeld, met aanzienlijke uitbreidingen op veel gebieden. Het EU-Israël Actieplan, aangenomen in 2005, is gebaseerd op gedeelde gemeenschappelijke waarden van democratie en respect voor de mensenrechten, de rechtsstaat en fundamentele vrijheden, en bevordert de integratie van Israël in het Europese beleid en de Europese programma’s. In 2009 besloot de EU dat vooruitgang in het vredesproces in het Midden-Oosten nodig was om deze betrekkingen een 'geavanceerde status' te geven. De samenwerking wordt echter voortgezet op basis van deENB-actieplan van 2005, die van kracht blijft tot 2022.

D.Jordanië

De Europese Unie beschouwt Jordanië als een belangrijke partner, die een stabiliserende rol speelt in het Midden-Oosten. De associatieovereenkomst tussen de EU en Jordanië, die sinds mei 2002 van kracht is, vormt de rechtsgrondslag voor deze bilaterale relatie. Jordanië was het eerste mediterrane partnerland dat in 2010 de technische onderhandelingen over de ‘geavanceerde status’ met de EU afsloot. In 2012 werd een ENB-actieplan aangenomen en in juni 2022 werden nieuwe actieplannen overeengekomenprioriteiten van het partnerschap EU-Jordaniëom de betrekkingen tot 2027 te sturen, in overeenstemming met de nieuwe agenda van de EU voor het Middellandse Zeegebied en haar economisch en investeringsplan. De EU en Jordanië zullen hun dialoog en samenwerking rond drie doelstellingen verdiepen: i) de samenwerking op het gebied van stabiliteit en veiligheid in de regio versterken; (ii) het bevorderen van duurzame economische stabiliteit; (iii) het versterken van goed bestuur en respect voor de mensenrechten.

In oktober 2014 lanceerden de Europese Unie en Jordanië een partnerschap om mobiliteit en migratie te beheren. Bovendien heeft Jordanië sinds 2013 geprofiteerd van macrofinanciële bijstand van de EU ten bedrage van 1,08 miljard euro. Het nieuwste leningprogramma ter grootte van € 700 miljoen werd in 2020 aangenomen en zal Jordanië helpen de economische stabilisatie te ondersteunen, de houdbaarheid van de overheidsschuld te verbeteren, de economische hervormingen te versnellen en de economische gevolgen van de pandemie te beperken. Jordanië ontvangt ook financiering uit het 'Madad Fund', het regionale trustfonds van de EU als reactie op de Syrische crisis.

E.Libanon

De betrekkingen zijn gebaseerd op de associatieovereenkomst tussen de EU en Libanon, die sinds 2006 van kracht isprioriteiten van het partnerschap tussen de EU en Libanonvan 2016 en over het pact tussen de EU en Libanon, gericht op het aanpakken van de gevolgen van de Syrische crisis voor het land. De geldigheid van de huidige prioriteiten van het partnerschap is verlengd totdat nieuwe prioriteiten kunnen worden overeengekomen binnen NDICI-Global Europe. De prioriteiten van het partnerschap zijn gericht op: het bevorderen van groei en werkgelegenheid, (ii) het bevorderen van lokaal bestuur en sociaal-economische ontwikkeling, en iii) het bevorderen van de rechtsstaat en het vergroten van de veiligheid. De samenwerking tussen de EU en Libanon omvat specifieke steun voor capaciteitsopbouw en institutionele opbouw, evenals maatregelen ten gunste van het maatschappelijk middenveld. De Associatieraad EU-Libanon, gehouden in juli 2017, kwam overeen de besprekingen voort te zetten met het oog op de ondertekening van een mobiliteitspartnerschap. Libanon, een land met 4,4 miljoen inwoners, herbergt momenteel ongeveer een miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen. Libanon ontvangt financiering uit het 'Madad Fund', het regionale trustfonds van de EU als reactie op de Syrische crisis. In december 2020 kondigde de EU aan dat zij van plan is om samen met de Verenigde Naties en de Wereldbank een “programma voor hervorming, herstel en wederopbouw» “een beter Libanon herbouwen”, geïnspireerd door de principes van transparantie, inclusiviteit en verantwoordelijkheid. Naast een op de mens gericht herstel zal substantiële EU-steun voor de wederopbouw van een democratisch, transparant, inclusief en welvarend Libanon echter afhankelijk blijven van tastbare vooruitgang op het gebied van de noodzakelijke hervormingen.

F.Libië

Na de val van het Gaddafi-regime stortte Libië zich in een burgeroorlog tegen de achtergrond van complexe politieke, territoriale, sociale en tribale verdeeldheid. Libië staat ook bekend als doorvoerroute door de Sahel voor mensenhandel en -smokkel. In deze context probeert de Europese Unie de Libiërs te helpen bij het creëren van een stabiele en inclusieve staat. De EU steunt de bemiddelingsinspanningen van de VN om een ​​einde te maken aan de vijandelijkheden en geeft blijk van een diplomatieke aanpak ten aanzien van Libische en regionale belanghebbenden. Libië heeft geen associatieovereenkomst of andere contractuele regelingen met de Europese Unie, maar komt in aanmerking voor financiering in het kader van de NDICI en andere financiële instrumenten. Lokale en regionale instabiliteit heeft Libië getransformeerd van een bestemmingsland voor migratiestromen naar een doorreisland, wat een onmiddellijke reactie van de EU vereiste om in de meest urgente behoeften te voorzien. Libië heeft daarom financiering ontvangen via de afdeling Noord-Afrika van het EU-noodtrustfonds voor Afrika, dat de diepere oorzaken van irreguliere migratie aanpakt en ondersteuning biedt aan migratiebeheer en -bescherming.

G.Marokko

Onder de zuidelijke partners onderhoudt Marokko een van de meest geavanceerde betrekkingen met de Europese Unie. Sinds 2000 is er een associatieovereenkomst van kracht en in 2013 werd een nieuw ENB-actieplan aangenomen. In 2008 kreeg Marokko de 'geavanceerde status' onder het ENB, wat de ambitie weerspiegelt om de samenwerking tussen de EU en Marokko te versterken en de economische en politieke hervormingen verder te ondersteunen . Het mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Marokko is in juni 2013 van start gegaan. De onderhandelingen over visumfacilitatie- en overnameovereenkomsten en een diepe en brede vrijhandelsruimte zijn aan de gang. Bovendien is in 2014 een nieuwe visserijovereenkomst in werking getreden. Volgens twee uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan de EU haar overeenkomsten met Marokko uitvoeren, maar zijn deze niet van toepassing op de Westelijke Sahara. In 2023 worden meer straffen verwacht.

H.Palestina

De Europese Unie is de belangrijkste donor van fondsen aan de Palestijnse Autoriteit (PA), met een indicatieve jaarlijkse bilaterale toewijzing van ongeveer 300 miljoen euro. Het algemene doel van de EU-steun is het helpen opbouwen van capaciteiten voor een toekomstige levensvatbare, onafhankelijke en democratische Palestijnse staat, die in vrede en veiligheid naast Israël en andere buurlanden kan bestaan. De rechtsgrondslag voor de betrekkingen van de Europese Unie met de Palestijnse Autoriteit is deInterim-associatieovereenkomst inzake handel en samenwerkingwerd in 1997 gesloten. De Europese Unie en de Palestijnse Autoriteit ondertekenden een ENB-actieplan, dat in 2013 in werking trad. In hetzelfde jaar bood de Europese Unie Israël en de toekomstige staat Palestina een ‘speciaal bevoorrecht partnerschap’ aan, dat beide partijen de mogelijkheid biedt een ongekend pakket van politieke, economische en veiligheidssteun, onder voorbehoud van de sluiting van een toekomstige definitieve statusovereenkomst. De EU speelt een actieve rol in het vredesproces in het Midden-Oosten en is lid van het Midden-Oostenkwartet, dat werkt aan een tweestatenoplossing op basis van de Routekaart voor de Vrede uit 2003. In juni 2022 keurde de Europese Commissie een nieuwe bilaterale toewijzing goed voor Palestina ter waarde van 224,8 miljoen euro. Dit nieuwe hulppakket is bedoeld om de Palestijnse Autoriteit en cruciale projecten in de bezette Palestijnse gebieden te ondersteunen. Het komt bovenop eerdere bijdragen, zoals de 92 miljoen euro ter ondersteuning van de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), waardoor de totale EU-hulp aan de Palestijnen in 2021 op 317 miljoen euro komt.

I.Syrië

In mei 2011 heeft de EU, na de escalatie van het geweld en de onaanvaardbare mensenrechtensituatie, alle vormen van bilaterale samenwerking met de Syrische regering opgeschort. Tegelijkertijd heeft de Unie verschillende beperkende maatregelen genomen in de vorm van sancties. In lijn met deEU-strategie ten aanzien van Syriëvan 3 april 2017 steunt de EU inclusieve vredesdialogen ter ondersteuning van een door Syrië geleide politieke transitie. In de context van de respons op de Syrische crisis is de EU de belangrijkste donor: sinds 2011 hebben de Unie en de lidstaten gezamenlijk meer dan€ 24,9 miljardvoor humanitaire, ontwikkelings-, economische en stabilisatiehulp. Sinds 2017 organiseert de EU jaarlijkse conferenties in Brussel, onder gezamenlijk voorzitterschap van de Verenigde Naties, over het thema 'Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio'. Het algemene doel van deze conferenties is het Syrische volk te steunen en de internationale gemeenschap te mobiliseren in de zoektocht naar een duurzame politieke oplossing voor de Syrische crisis, in lijn met Resolutie 2254 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Alle tot nu toe gehouden conferenties in Brussel hebben de meest kritieke humanitaire en veerkrachtkwesties aangepakt die Syriërs en gemeenschappen die Syrische vluchtelingen opvangen, treffen, zowel binnen het land als in de regio.

J.Tunesië

Na de Tunesische revolutie van 2011 heeft de EU politieke, financiële en technische steun verleend aan de democratische transitie van het land. De rechtsgrondslag voor de bilaterale betrekkingen blijft de Associatieovereenkomst die sinds 1998 van kracht is. In het licht van de substantiële vooruitgang die is geboekt, zijn de Europese Unie en Tunesië in 2012 overeengekomen een ‘bevoorrecht partnerschap’ op te zetten, samen met eenactieplangedetailleerd voor de periode 2013-2017. In maart 2014 lanceerden Tunesië en de EU een mobiliteitspartnerschap, wat leidde tot de start van onderhandelingen over visumfacilitatie- en overnameovereenkomsten. DEonderhandelingen over de oprichting van een diepe en brede vrijhandelsruimteze werden in oktober 2015 goedgekeurd. De politieke ontwikkelingen in het land sinds juli 2021 hebben echter invloed gehad op de EU-steun aan Tunesië. De Europese Unie staat klaar om de inspanningen van Tunesië om dringende structurele hervormingen door te voeren te ondersteunen en zal ook het Tunesische volk blijven steunen bij het reageren op de grote sociaal-economische en financiële uitdagingen waarmee het land wordt geconfronteerd.

Rol van het Europees Parlement

Het Parlement neemt volledig deel aan het Europese nabuurschapsbeleid. Via haar Commissie buitenlandse zaken houdt zij toezicht op de uitvoering van dit beleid, met name door middel van evaluaties en jaarlijkse voortgangsrapporten. De commissie volgt de politieke situatie in partnerlanden door middel van regelmatige gedachtewisselingen met hoge overheidsfunctionarissen, deskundigen en belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld. Via zijn begrotingsbevoegdheden heeft het Parlement directe invloed op de bedragen die voor de passende financiële instrumenten worden gereserveerd. Voor het sluiten van alle associatieovereenkomsten met de zuidelijke partners van het ENB is de goedkeuring van het Parlement vereist. De instelling moet haar goedkeuring geven aan alle nieuwe handelsovereenkomsten, inclusief toekomstige diepe en alomvattende vrijhandelsovereenkomsten met Marokko en Tunesië.

Destaande delegatiesvoortdurende bilaterale betrekkingen onderhouden met de parlementen van de zuidelijke partnerlanden. Zo zijn de betrekkingen met het Marokkaanse parlement versterkt door de oprichting van een Gemengde Parlementaire Commissie (JPC) in 2010. Daarnaast zijn in 2016 gemengde parlementaire commissies opgericht met Tunesië en in 2018 met Algerije. De parlementaire betrekkingen met Syrië zijn opgeschort vanwege de burgeroorlog; de huidige situatie in Libië verhindert ook het onderhouden van interparlementaire betrekkingen. Het Parlement heeft deelgenomen aan verschillende EU-verkiezingswaarnemingsmissies in de zuidelijke partnerlanden en verleent steun aan Tunesië in het kader van zijn programma ter ondersteuning van de democratie. Op regionaal niveau neemt het Parlement deel aan de Parlementaire Vergadering van de UfM, die eenmaal per jaar in plenaire vorm bijeenkomt en diverse vergaderingen op commissieniveau houdt. Het Marokkaanse parlement bekleedt momenteel het roulerende voorzitterschap van de Parlementaire Vergadering.

Christos Trapouzanlis / Kirsten Jongberg / Camelia Oaida

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Mrs. Angelic Larkin

Last Updated: 10/16/2023

Views: 6253

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 82% of readers found this page helpful

Author information

Name: Mrs. Angelic Larkin

Birthday: 1992-06-28

Address: Apt. 413 8275 Mueller Overpass, South Magnolia, IA 99527-6023

Phone: +6824704719725

Job: District Real-Estate Facilitator

Hobby: Letterboxing, Vacation, Poi, Homebrewing, Mountain biking, Slacklining, Cabaret

Introduction: My name is Mrs. Angelic Larkin, I am a cute, charming, funny, determined, inexpensive, joyous, cheerful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.